• Speltherapie
  • Werkwijze
    • Kennismaking
    • Het proces
    • Gesprekken met ouders
    • Het therapie-uur
  • De spelkamer
  • Biografie
  • Tarieven en vergoedingen
  • Contact
  • Links

potloden

De eindfase:
bekrachtiging en afscheid

In de laatste fase van de therapie is het voor het kind en zijn of  haar omgeving duidelijk dat de doelstelling  van de therapie is behaald. Waar in de beginfase van de therapie de problemen overheersten, geeft het kind in deze fase aan “het gewone leven” belangrijker te vinden. Dit geeft voor mij aan dat we in de therapie in de eindfase zijn beland.  Mijn rol als therapeut is om te bekrachtigen dat het  kind weer op zijn of haar eigen wijze verder kan.
Ik besteed nadrukkelijk ook aandacht aan het afscheid dat het kind van de therapie gaat nemen.

 

Aantal therapie-uren en frequentie

De totale  hoeveelheid therapie-uren voor het kind hangt af van verschillende factoren.
Zoals het karakter van het kind en de complexiteit van het probleem. Daarnaast speelt de steun van zijn of haar omgeving een rol bij het therapeutisch proces.
Bijna alle kinderen kunnen eigen wijze verder binnen 10 tot 20 spelsessies. Mijn streven is in ieder geval om de therapie niet te lang te laten voortduren. Ook omdat verschillende levensfasen van kinderen elkaar snel opvolgen en elke nieuwe levensfase alle aandacht en energie vraagt van het kind. Als zich een probleem voordoet dan wordt juist die  “normale” ontwikkeling van het kind belemmerd.

De spelsessies plan ik bij voorkeur wekelijks op een vast tijdstip. In de eindfase kan dit tweewekelijks zijn.

 

Het proces

De beginfase:
observatie en verkenning

De beginfase gebruik ik voornamelijk als observatie. Het is eigenlijk een verkennende fase voor zowel het kind als de therapeut. Het opbouwen van een vertrouwensband staat centraal in deze fase van de therapie.
In de eerste sessies maakt het kind veelal vanuit zichzelf de hulpvraag nog duidelijker of scherpt die aan.
Mijn rol als speltherapeut is afhankelijk van het kind, maar in de regel is mijn rol in deze fase  bewust beschouwend. Ik kijk waar het kind mee komt, luister aandachtig en volg het kind. Door te observeren en te luisteren kan het kind laten zien wat het nodig heeft. Het kind krijgt de mogelijkheid helder te maken wat er echt aan de hand is en wat zijn of haar hulpvraag is. Ook kijk ik in deze fase  naar de mogelijke hulpbronnen/vaardigheden van het kind zelf. 
De ervaring leert dat in deze fase al eerste resultaten gehaald worden: het kind voelt zich snel op zijn of haar gemak bij mij, komt soms al tot rust en kan mogelijk dichter bij zijn of haar gevoel komen.

In de praktijk bestaat deze fase uit 3 tot 5 therapiesessies.

Na deze fase zal opnieuw een gesprek met de ouder(s)/verzorger(s) plaatsvinden over het vervolg van de speltherapie.

 

De middenfase:
verdieping en verwerking

In de middenfase vindt gewoonlijk verdieping en verwerking van de problematiek plaats. Doordat de therapeutische relatie duidelijk is voor het kind, biedt deze fase voor het kind veiligheid om moeilijke of pijnlijke thema’s (verder) uit te spelen.

In deze middenfase van de therapie verandert mijn rol als therapeut. Ik pleeg meer interventies, speel mee, geef tegenspel en ondersteun en bekrachtig het kind in zijn of haar oplossingen. Ook in deze fase sluit ik aan bij wat het kind nodig heeft. Soms kan dat bijvoorbeeld structuur zijn, soms juist extra ruimte.  Het kind blijft in dit alles leidend. Het kind geeft aan waar het behoefte aan heeft.

In de praktijk bestaat deze fase uit 5 tot 10 therapiesessies.